Personeel

Personele bezetting afgelopen jaar

Gedurende het boekjaar 2022 bedroeg het gemiddeld aantal medewerkers bij de organisatie, omgerekend naar volledige mensjaren 236,5 fte (2020: 232,5 fte). De onderverdeling naar functie wordt hierna weergegeven. Alle medewerkers zijn werkzaam in Nederland.

Verdeling2022 - FTE (%)2021 - FTE IN %2020 - FTE IN %
Management13,1 (5,5%)13,9 (6,0%)14 (6,2%)
OP 165,1 (70,0%)162,9 (70,1%) 156,8 (70,1%)
DOP22,6 (9,7%)21,9 (9,4%) 20,4 (9,1%)
IOP 34,7 (14,4%)32,8 (14,1%) 31,5 (14,1%)
VOB1 (0,4%)1 (0,4%) 1 (0,5%)
Totaal236,5 (100,0%)232,5 (100,0%) 223,7 (100,0%)

Evenals in 2021 zijn er in 2022 aanvullende middelen van de overheid ontvangen om leerlingen extra te ondersteunen in zijn of haar leerproces. Tegelijkertijd waren er in de toen vigerende Meerjarenbegroting bezuinigingen opgenomen. Een bijzondere situatie: enerzijds kenden we dus vanuit de begroting een beweging om het aantal medewerkers te verminderen met 12,4 FTE en anderzijds ontstond de beweging om het aantal medewerkers te vergroten. Die twee bewegingen hebben wij gecombineerd.

De bezuinigingen onder de toen vigerende Meerjarenbegroting zou hebben geleid tot een daling van het aantal FTE tot 220,1. De NPO-gelden en de vertaling van de budgetten naar interventies leidden tot de extra inzet van 12,9 FTE. Derhalve is besloten om géén interveniërende maatregelen vanuit de bezuinigingsopgave te nemen. De NPO-interventies werden uitgezet bij de bestaande medewerkers. Per saldo kon de formatie daarmee toenemen tot 233 FTE. De werkelijke gemiddelde formatie is 3,5 FTE méér als gevolg van het in dienst houden/nemen van boven-formatieve medewerkers om in te spelen op toekomstig verwachtte moeilijk in te vullen vacatures en het uitstel van interventies in het kader van de bezuinigingsopgave.

Leeftijdsverdeling personeel op 31-12-2022

Belangrijke elementen van het gevoerde beleid

Verzuim

Voor het kalenderjaar 2022 komt het verzuimpercentage uit op 6,6 %. Dit was in 2021 nog 3,6 %. Een Het aantal ziekmeldingen is gestegen van 271 meldingen in 2021 naar 439 in 2022 en het nulverzuim is gedaald van 48,2% naar 28,6%. Dit bij een iets hoger aantal medewerkers. Landelijk lag het laatst bekende verzuimcijfer in het VO op 5,5% (2021). De negatieve ontwikkeling van de verzuimcijfers wordt onder andere veroorzaakt door persoonlijk lijden, long covid, het effect van de lockdowns op leerlingen en medewerkers en de griepgolf die eind 2022 heftig verliep. Ook moet bij de cijfers aangetekend worden dat niet helemaal duidelijk is of ziekmeldingen gerelateerd aan Covid-19 wel echt verzuim waren of dat er sprake was van quarantaine.

Ons verzuimbeleid is erop gericht om uitval door ziekte te voorkomen. Er worden preventieve maatregelen genomen zoals het voeren van frequent-verzuimgesprekken, het aanbieden van reflectiegesprekken, bedrijfscounseling of begeleiding door een bedrijfsmaatschappelijk werker of arbeidspsycholoog. Waar nodig worden maatregelen genomen door bijvoorbeeld een medewerker eerder te ontzien of begeleiding aan te bieden op het moment dat men aangeeft dat de werklast als te hoog ervaren wordt.

Het gevoerde beleid betreffende beheersing van uitkeringen na ontslag

Ons beleid op dit punt is gericht op het voorkomen van ontslag en duurzame inzetbaarheid. We besteden veel aandacht aan professionalisering en duurzame inzetbaarheid van onze medewerkers. Er is een ruim budget voor ontwikkeling van de medewerkers wat hen de mogelijkheid biedt om gebruik te maken van scholing, begeleiding en/of coaching of een loopbaantraject. Voor nieuwe collega’s is er een uitgebreid introductieprogramma en alle medewerkers kunnenreflectiegesprekken voeren met Bureau van Zimmeren.
De begeleiding van collega’s die een uitkering ontvangen na ontslag wordt uitbesteed aan Bureau Streefkerk. Zij begeleiden de medewerker bij zijn/haar re-integratie. Indien een medewerker niet voldoende meewerkt aan zijn re-integratie is het op basis van de dossieropbouw van Bureau Streefkerk mogelijk om het UWV te verzoeken een loonsanctie op te leggen.

In 2022 zijn geen medewerkers uitgestroomd in de WIA. De Meerwaarde is eigenrisicodrager voor de WGA. Het risico hiervoor is verzekerd via ASR.

Strategisch personeelsbeleid

De focus van het strategisch personeelsbeleid lag in 2022 op drie doelen, nl: aantrekkelijk werkgeverschap, een open professionele leercultuur en duurzame inzetbaarheid. Met name op het gebied van de open professionele leercultuur zijn mooie stappen gezet met de aanzet tot de Meerwaarde Academie en de Christelijke opleidingsschool die definitief van start gaat. Door opleidingsactiviteiten van zowel aanstaande als zittende docenten te koppelen aan de ontwikkelingsrichting van de school ontstaat een doorlopende leerlijn in de professionele ontwikkeling van (aanstaande) docenten. In 2023 zal dit verder worden uitgebouwd. In de overspannen arbeidsmarkt was het meer dan ooit nodig om De Meerwaarde te profileren al aantrekkelijk werkgever. De opgave om de juiste mensen binnen te halen, hen te binden en boeien en zicht te laten ontwikkelen was een spannende in de huidige arbeidsmarkt. Dit blijft de komende tijd aandacht vragen.

Werkdrukmiddelen

De Meerwaarde voert een actief beleid om te veel werkdruk te voorkomen en kiest ervoor om maatwerk te bieden als er te veel werkdruk ervaren wordt. In de vertaalslag van de CAO naar de werkdrukregeling hebben we balans gezocht tussen de mogelijkheden voor individuele medewerkers en de impact die het heeft op collectieve werkdruk en de impact op leerlingen.

Totaal is € 580.000 aan werkdrukmiddelen ontvangen. Gezien het moment van bekend worden van het onderhandelaarsakkoord vlak voor de zomervakantie – was het onmogelijk om medewerkers een keuze te laten maken conform de in de nieuwe CAO vermelde werkwijze. Er is daarom voor gekozen om de 40 uur extra budget voor schooljaar 2022-2023 voor alle medewerkers uit te betalen. Daarnaast is ook de 23 uur voor werkdrukvermindering over kalenderjaar 2022 uitbetaald. De werkdrukplannen voor de besteding van de gelden voor de collectieve aanpak van werkdruk (50% van het totaal) zullen in 2023 worden gemaakt. In deze jaarrekening is een bestemmingsreserve werkdrukmiddelen gevormd waaraan € 290.000 wordt toegevoegd.